📈Wie boekte de meeste progressie?

Welke renners verbeterden hun statistieken het meeste gedurende de Giro d'Italia van 2023? De computer weet het: vandaag kijken we naar het gemiddelde. Elke dag draait de computer een update van de 13 indicatoren van alle renners in het profpeloton. Op basis van de uitslagen in de afgelopen 3 jaar, het parcours van de koers en de kwaliteit van het deelnemersveld berekent het model hoe goed renners zijn op deze indicatoren. Elke indicator heet een waarde tussen 20 en 100. Door deze stats op twee momenten in de tijd met elkaar te vergelijken kunnen we analyseren welke renners over die periode het meest verbeterd zijn.

De gemiddelde sterkte van een renner geeft de overall kwaliteit van een renner aan en is gebaseerd op zijn beste kwaliteiten. Onderaan deze blog staat meer informatie over de totstandkoming van het gemiddelde.

10 snelste stijgers

Voor het bepalen van de snelste stijgers zijn van de 176 deelnemers aan de Giro de stats op zaterdag 6 mei vergelen met die op maandag 29 mei. De tien snelste stijgers van deze Giro zijn:

10: Matthew Riccitello (+7: 49>56)

De jonge Amerikaan van Israel Premier-Tech was de jongste deelnemer en verbeterde zijn statistieken behoorlijk, mede dankzij een sterke klimtijdrit waarin hij net geen top-10 haalde (11e). Hij ging van een gemiddelde score van 49 voor de Giro naar een gemiddelde van 56 aan de finish in Rome. Klimmen en tijdrijden zijn z'n twee snelst gestegen kwaliteiten.

9: Derek Gee (+8: 57>65)

Eindelijk een keer geen tweede plaats. Derek Gee is misschien wel dé revelatie van deze Giro. Gee reed prachtig aantrekkelijk en wist vier keer bijna een etappe te winnen. Deze prestaties zorgden ervoor dat de computer zijn gemiddelde 8 punten hoger inschat dan voor de Giro. Zowel zijn indicator voor klimmen, tijdrijden als klassementen steeg snel.

8: Karel Vacek (+9: 32>41)

De Giro-deelname van Team Corratec was dubieus en ook het rijden is redelijk anoniem gebleven. De jonge Karel Vacek (hij versloeg ooit Remco Evenepoel bij de junioren, jaja!) vormde een mooie uitzondering met een mooie tweede plaats in de door Bais gewonnen Giro etappe 7 op Gran Sasso. Zijn meest verbeterde stats? Klimmen!

7: Valentin Paret-Peintre (+9: 40>49)

Hopelijk kan de computer ze wel uit elkaar houden. Z'n broer won een etappe, maar ook Valentin presteerde behoorlijk en was vaak deel van een kopgroep. Zelfs een paar keer toen die groep voor de winst mocht rijden. De 22-jarige Paret-Peintre vebeterde zijn klim-statistieken zodanig dat zijn gemiddelde gedurende de Giro steeg van 40 naar 49.

6: Einer Rubio (+10: 71>81)

De derde hond die met de etappezege ging lopen in de ruzie tussen Pinot en Cepeda. De computer herkent zijn zege en goede GC prestatie, Rubio is de zesde snelste stijger van deze Giro en komt op een gemiddelde van 81! Het zijn de indicatoren GC, Lange Tijdritten en Klimmen die het meest gestegen zijn.

5: Filippo Zana (+11: 63>74)

Nog een etappewinnaar die onder de snelste stijgers staat. Zowel zijn zege in de Italiaanse kampioenstrui als het bijstaan van zijn kopman Dunbar hebben ervoor gezorgd dat de Zana de vijfde snelste stijger is van deze Giro. Zijn gemiddelde sterkte is van 63 naar 74 gegroeid, onder invloed van een enorme sprong in zijn klim-statistiek.

4: Jonathan Milan (+12: 62>74)

Net als Gee werd ook Jonathan Milan 4 keer tweede in een Giro-etappe. Eén groot verschil: Milan wist wel een etappe te winnen. De jonge Italiaanse sprinter had overduidelijk de snelste benen en wist ook de bergen goed te verteren. Hij moet nog wel werken aan z'n timing en positionering. Milan is in ieder geval de vierde snelste stijger door z'n toegenomen stats voor sprinten. Eén van de grote sprinters in de komende jaren?

3: Laurens De Plus (+12: 62>74)

Als de computer een indicator zou bereken voor 'knecht', dan zou Laurens De Plus deze Giro de volle 100 punten scoren. De afgelopen drie jaren waren niet heel succesvol voor de jonge Belg, maar deze Giro was hij weer op zijn oude niveau als meesterknecht van Geraint Thomas (in 2019 hielp De Plus Steven Kruijswijk aan een podiumplaats in de Tour de France). Zijn gemiddelde score verbeterde gedurende de Giro van 62 tot 74, mede dankzij een enorme verbetering van GC, Klimmen en Tijdrijden.

2: Eddie Dunbar (+15: 60>75)

Met 15 punten verbetering was Eddie Dunbar de op één na snelste stijger van de Giro d'Italia 2023. Dunbar verruilde INEOS voor Team Jayco AlUla om eindelijk voor een eigen klassement te mogen rijden in een grote ronde. En hij hoorde tot de één na laatste dag bij de beste 4 renners van deze Giro. Meteen bij z'n eerste poging goed. De computer herkent z'n kwaliteit en geeft een stijging in de gemiddelde sterkte van 60 naar 75, met name door een GC sprong.

1: Marco Frigo (+16: 39>55)

En de snelste gemiddelde stijger in de Giro was Marco Frigo met 16 punten verbetering. De jonge Italiaan van Isreal-Premier Tech ging van een gemiddelde score van 39 naar 55. Nog steeds niet heel hoog, maar zijn uitstekende en aantrekkelijke rijden hadden we nog niet eerder gezien. Klimmen en Heuvels zijn de snelst gestegen indicatoren en leveren daarmee een enorme bijdrage aan zijn gemiddelde stijging. Wat gaan we nog meer van hem zien de komende jaren? Marco Frigo is de snelste stijger van de Giro'23.

Ranking na de Giro

Om af te sluiten, vergelijken we kort de gemiddeld sterkste renners voorafgaand aan de Giro met de beste na afloop. Zowel aan het begin als na afloop van de Giro is Primoz Roglic van alle 176 deelnemende renners degene met de hoogste score op gemiddelde sterkte. Roglic verbeterde zijn scorevan 97 zelfs met 2 punten, en heeft nu een gemiddelde van 99. Evenepoel is ondanks zijn uitstappen na 9e etappes ook na de Giro de op één na beste renner, voor Almeida. Geraint Thomas verbeterde het meest van de tien beste renners voorafgaand aan de Giro (3 punten, van een 7e naar een 5e plaats). De rest van de top-10 is redelijk onveranderd gebleven.

Indicator onder de loep: het gemiddelde

De gemiddelde sterkte van een renner geeft de overall kwaliteit aan. Deze indicator wordt berekend op basis van 6 onderdelen van onderliggende categorieën. De beste indicator van de renner telt 3 keer mee, de op één na beste indicator telt voor 1 keer mee, de derde indicator van de renner telt eveneens 1 keer en de laatste bijdrage komt van de beste indicator tussen eendagskoersen en etappekoersen. 

Rekenvoorbeeld van Wilco Kelderman (30/05/2023):

3x beste indicator: 3x 89 (GC) = 267
1x tweede indicator: 1x 88 (bergen) = 88
1x derde indicator: 1x 86 (lange ITT) = 86
1x max van eendags/ etappe: 1x 81 (etappekoers) = 81
Gemiddelde: 522/6 = 87